Linkse motieven (1)

 

Dammen is oorlog

Wie een beetje is ingewijd in de wereld van de damproblematiek, weet dat mijn naam vaak in verband wordt gebracht met het Guerra-motief. Dat is niet ten onrechte, want sinds 1962 probeer ik alle problemen die erop gemaakt zijn (letterlijk) in kaart te brengen.

Het zal niemand verbazen dat ik zelf het grootste aandelenpakket in dit fonds heb.

Voor de niet-ingewijden moet ik vertellen dat er in het Guerra-motef zwarte schijven staan op 1,6 en 25 en een witte dam op 2. Zwart is aan zet. Vroeger werd dit het Canalejasmotief genoemd, daarvoor werd het toegeschreven aan Timoneda, Alix en in de oorlogsjaren werd Burggraaff als de ontdekker beschouwd. Tegenwoordig geeft men de eer van de ontdekking aan de Spanjaard Guerra. “Dammen is oorlog” en de naam van deze vroegere dammer lijkt die opvatting te ondersteunen. Guerra betekent: oorlog.

Wat velen niet weten is, dat er nog een ander motief is dat ik vaak bewerk. Het gaat om de volgende stand:

 

diagram 1

 

De stand kan ook bewerkt worden met 16 op 11 en 17 op 21, of met wit aan zet met 17 op 26 (en zwart op 11)

Aan dit motief is geen auteursnaam verbonden, want de eerste mens die op het idee kwam om een schijf achterwaarts te laten slaan, kan het op het bord hebben gehad.

 

Linkse sympathieën

Zelf werd ik getroffen door mijn kennelijke voorkeur voor motieven aan de linker(boven)kant van het dambord. In het Guerra-motief staan drie van de vier stukken links opgesteld en in het motief van het eerste diagram zien we uitsluitend linkse figuren op het scherm.

Toen ik in mijn Kweekschooltijd een scriptie maakte over linkshandigheid, las ik dat de vervaardigers van de wandtekeningen in de grotten van Lascaux en Altamira zeker voor de helft linkshandig waren. Hoe weet men dat?

Mensen die linkshandig zijn, zullen bij voorkeur hun figuren met het hoofd of de kop naar rechts tekenen. Rechtshandigen doen dat andersom,

Zelf ben ik rechtshandig, en misschien is mijn voorkeur voor “linkse” motieven daaruit te verklaren. Als ik weinig creatieve ideeën heb, pak ik mijn dambord en zet ik het Guerra-motief of diagram 1 op het bord.

 

Een motief bewerken: geen willekeur

Bij het bewerken van het motief van diagram 1 kan een problemist niet naar willekeur te werk gaan. Hij moet ervoor zorgen dat beide zwarte schijven tijdens de oplossing iets “doen”. Ze moeten op hun plaats worden gebracht of als “steunschijf” fungeren: kortom, ze mogen niet gemist kunnen worden. Is een van beide stukken overbodig, dan moet hij verwijderd worden, want dan geldt hij als “figurant” of overbodige ballast. Zo eindigen veel van mijn problemen waarbij ik het motief van het diagram wilde bewerken in de eindstanden 6/17 of 16/17.

Die zal ik u niet tonen. In deze aflevering toon ik u een aantal van mijn problemen op rechtstreekse bewerkingen van het diagrammotief.

 

1                                                    2                                                    3

       

 

5                                                    6                                                    7

       

 

8                                                     9                                                   10

          

 

11                                                  12                                                  13

       

 

14

 

Dankzij de problemendatabase, die door Wim de Zwart werd bijeengebracht en door Klaas Bor op het scherm werd gezet, was het niet moeilijk deze standen bijeen te sprokkelen. Ik gaf als zoekopdracht mijn naam en het motief op en er rolde een aantal standen uit, waaruit ik een selectie kon maken. Vroeger zou me dit vele uren hebben gekost

 

Oplossingen:

2. Puzzlester, aug.1975.  33-28, 16-11, 27x7, 11x22, 22-17, 26x17. Het geeft veel voldoening als het lukt een bepaald thema in miniatuurvorm te gieten. En dan bedoel ik niet zo’n miniatuur, zoals ze tegenwoordig bij duizenden worden gemaakt. Wat zijn de verdiensten van dit werkstuk? Motiefstuk 16 wordt op zijn plaats gebracht; 6 is onmisbaar als steunschijf; er worden witte stukken naar 7 en 11 geloodst, maar bovenal”schijf 16 verhuist naar 17. Probeer zoiets maar eens in een partij voor elkaar te krijgen!

Ik vind trouwens toch dat dammers die zich alleen maar tot het partijspel beperken en nooit proberen een probleem te maken of op te lossen, veel tekort komen. Ze missen de poëzie van het spel.

 

3. De Problemist, juni 1977.  49-43, 47-42, 39-33, 34x43, 16x7, 7-2, 2x27, 26x17.

En wat wordt hier geboden? (Sorry, dat ik mijn eigen producten aanprijs, maar ik wil u enig gevoel voor de problematiek bijbrengen. Zo werkt dat bij onderwijzers)

Er komen maar liefst drie dammen op het bord. De motiefstukken doen dienst. De witte dam offert zichzelf op. Dit alles gebeurt opnieuw in klein bestek: 8 tegen 9.

 

4. Het Nieuwe Damspel, aug. 1978.  38-33, 39-33, 33-29, 35x4, 31-27, 4x44, 36x27, 26x17

Mensen die alleen willen kijken als er een partijachtige stand op het bord staat, en de standen van de diagrammen 2 en 3 niet wilden bekijken, kunnen nu hun ogen open doen. Opnieuw maken de motiefstukken zich verdienstelijk De witte dam offert zichzelf op, terwijl de zwarte schijf op 31 even in het berghok wordt gezet.

 

5. Brabants Nieuwsblad, 21 nov. 1981.   41-36, 47-41, 36-31, 46-41, 48-42, 17-12, 12x1, 1x17 (over 27,39,37 en 21) 50x17

Schijf 38 rent het hele veld over om schijf 41 naar 31 te kunnen brengen. Daarna keert hij naar zijn uitgangspositie terug. In zijn nadagen moet hij nog meewerken aan de definitieve ondergang van zwart. Alles bij zwart doet dienst en de witte dam offert zich op voor de eer van het vaderland.

 

6. Elseviers Weekblad, 13 aug. 1983.  11-7, 32-28, 27x38, 25-20, 47x38, 20-15, 15x4, 4x40, 50x17. Binnen twee zetten hebben de zwarte motiefstukken hun werk gedaan. Er wordt ruimte gemaakt voor de wereldreis van 25 via de Noordpool naar 40. En weer loopt alles uit op een onmisbaar damoffer.

 

7. Leninskaja Zmina (een Oekraďense krant) 31 juli 1984.   48-43, 39-34, 25x3, 16-11, 3x23, 26-21, 23-40, 50x17.

Het lijkt misschien minder spectaculair dan bij zijn voorgangers, maar het idee om een witte dam los op het bord te krijgen, alvorens hij zichzelf opoffert, is weinig vertoond. Bovendien is het wel grappig dat de zwarte motiefstukken achter elkaar op hun plaats worden gezet.

 

Na drie maal de eindslag 26x17 en drie maal 50x17 bekijken we een aantal bewerkingen van de eindslag 48x17.

 

8. Dam-tam-tam, jan. 1996.   37-32, 21-16, 34-30, 30-24, 25x12, 16x7, 47-41, 42x22, 26-21, 43-38, 48x17.

Het is heerlijk om een bord zo mooi vol te krijgen en dat te verwezenlijken in een aardig ogende stand. Echt spektakel is er niet, maar we zien dat de motiefstukken 6 en 16 respectievelijk dienst doen en gebracht worden.

 

9. Utrechts Niuewsblad, 24 dec.1999.   37-31, 34-29, 28x17, 22x42, 49x40, 43-39, 42-38, 48x17.  Voor een partijspeler zijn hier wellicht de grenzen van het betamelijke overschreden. De probleemliefhebber laat het moment na 28x17 tot zich doordringen. Alles duikt en buitelt over elkaar heen.

 

10. Nederlands Dagblad, 4 maart 2000.   16-11, 17-12, 19x8, 44-40, 24x11, 11-7, 25-20, 43-39, 48x17.  Ziet u het technische probleem? Eigenlijk is schijf 6 een figurant. Ik heb hem er niet bijgezet om de stand gelijk te maken, want dat probleem was op andere wijze op te lossen. Nee, ik vond de slag naar 11 mooier als de witte schijf tegen twee zwarte aan kwam te hangen, zogezegd ter verhoging van het effect. Wie het storend vindt, moet schijf 6 en de eerste zet weglaten.

 

11. Hoofdlijn, mei 2000.  13-9, 19x17, 17-12, 20-14, 24x42, 21-17, 42-38, 48x17.

De kritische kijker zal in deze kerstdagen opmerken dat er in de aanvangsstand wel veel witte engelen door het luchtruim zweven. We zien twee leuke “doorschuivers”: eerst 17-12 en later 21-17. De motiefstukken blijven niet werkloos.

 

12. Nederlands Dagblad, 8 nov.2003.  49-44, 24-19, 20x40, 15-10, 23-19, 17-12, 12x1, 1x17, 50x17.  Alles wordt in gereedheid gebracht voor de kernexplosie na 17-12. Er wordt terloops nog een witte dam geofferd en een zwarte geslagen.

 

13. De Problemist, febr.2006.  29-23, 50-44, 18-13, 25x5, 47-41, 27-22 (b.v. 46x23) 5x11! (17x6) 22-17. Een absurd slot! Zwart kan op drie manieren slaan, maar niets helpt hem. Na de verplichte slag gaat wit op zijn gemak lopend naar veld 17. Dat is alleen op deze manier mogelijk. Het idee is slechts te realiseren met een Turkse slag.

Een kritische lezer zal opmerken dat de stand onverklaarbaar is, want (34-40) kan niet de laatste zet geweest zijn. Wie van retrogrades houdt, kan de volgende zetten aan de beginsituatie laten voorafgaan: 48-43 (37x39) 33x44 (26x37) Het lijkt absurd, maar is toch niet helemaal onlogisch. Waarom zoveel kunstgrepen?  zult u zich afvragen. Een problemist probeert niet het voor-de-hand-liggende, maar het bijna onmogelijke te realiseren. Daarom moet u hem niet kwalijk nemen dat zoiets meestal niet lukt in een partijachtige stand.

 

14. Ongepubliceerd. Gemaakt op 25 aug. 2007.   20-14, 18x9, 38-32, 42-38, 45x5, 47x9, 50x11, 11-17, 26x17. Hebt u dat ooit eerder gezien? Een achterwaarts damoffer, terwijl de dam aan de doelpaal hangt! Misschien zegt iemand dat schijf 16 een figurant is, maar hier geldt dezelfde opmerking als bij nummer 10.

 

Wordt vervolgd